1 op de 10 flexwerkers krijgt geen vast contract

Het CBS deed onderzoek naar 794.000 werknemers die in 2007 een flexibele baan kregen  en geen onderwijs meer volgden. Vijf jaar later was 6 procent nog steeds uitzendkracht, tijdelijke of oproepkracht of stagiaire. Van degenen die binnen vijf jaar wat anders gingen doen, stroomde 41 procent door naar een vast dienstverband, 22 procent zag zich gedwongen een uitkering aan te vragen en nog eens 22 procent kwam zonder werk te zitten zonder uitkering. Verder stroomde 8 procent uit om als zelfstandige aan de slag te gaan. Flexwerkers stromen dus niet altijd door naar een baan met vaste contract: een op de tien ondervraagden werkt zelfs meer dan vijf jaar in een flexbaan.
 

Economische crisis in 2008

Volgens het CBS is zijn er verschillende oorzaken voor het afnemen van het aantal vaste contracten. Sinds het begin van de economische crisis in 2008 is de doorstroom vanuit de flexibele schil naar een vast dienstverband afgenomen. Werknemers die na 2008 als flexmedewerker zijn begonnen, moeten bovendien steeds vaker hun toevlucht nemen in een uitkering.
 

Branches met perspectief

Het CBS heeft ook onderzocht welke branches het meeste toekomstperspectief bieden. Flexkrachten in het openbaar bestuur hebben de meeste kans op een vast contract: zo had tweederde van hen na vijf jaar een vaste baan. Ter vergelijking: in het onderwijs en in de zorg gold dit voor minder dan de helft. In de cultuursector, de sport en de recreatie gingen veel flexkrachten uiteindelijk als zzp’er aan de slag.

Bron: PW DeGids