AOW-gerechtigd na 45 jaar arbeid?

Het is sinds de invoering van een stijgende AOW-leeftijd, in 2013, al een punt van discussie: de negatieve effecten, met name voor laagopgeleiden. De groep begint namelijk gemiddeld eerder met werken, doet fysiek zwaarder werk en leeft korter. Daarom beloofde het kabinet in het pensioenakkoord van 2019 het vroegpensioen te onderzoeken. In dat geval zou men na een bepaald aantal jaren gewerkt te hebben, bijvoorbeeld 45, recht hebben op een AOW-uitkering. Recentelijk is dat onderzoek door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verschenen en blijkt dat het erg ingewikkeld wordt om Nederlanders recht te geven op een AOW-uitkering na een bepaald aantal dienstjaren. 

AOW-gerechtigd na 45 jaar arbeid?

Belemmeringen en bezwaren

De optie van vroegpensioen voor mensen met zware beroepen heeft eerder op tafel gelegen en werd ook toen als een grote uitdaging gezien. Het lukte werkgevers en vakbonden niet om duidelijk onderscheid te maken tussen zware en niet-zware beroepen. 

Nu blijkt er nog een grote belemmering die de uitvoer van vroegpensioen praktisch onmogelijk maakt. Tot 1998 heeft geen enkele overheidsinstantie bijgehouden wat voor werk Nederlanders hebben gedaan en voor hoe lang. Om nog maar niet te spreken over de informatie over zelfstandigen: deze informatie is er enkel van de afgelopen 12 jaar. Bovendien blijkt uit het rapport de informatie vanuit pensioenuitvoerders onvolledig. De regeling bekijken vanuit opleidingsniveau biedt ook geen uitkomst: de informatie in het diplomaregister gaat eveneens niet ver genoeg terug.

Buiten de belemmeringen wat betreft informatievoorziening, zijn de kosten een probleem. De regeling kan flink in de papieren lopen: rond 2038 zou het de schatkist al zo’n 5 miljard euro per jaar kosten. 

Tot slot is er een juridisch bezwaar te noemen rond gelijke behandeling. Migranten en vrouwen blijken veel minder vaak een arbeidsverleden van 45 jaar te behalen. Vrouwen hebben bijvoorbeeld vaker loopbaanonderbrekingen. Overheidsregelingen mogen niet zomaar onderscheid maken naar geslacht, ook niet indirect.

Tijdelijke oplossing

Als tijdelijke oplossing heeft het kabinet in samenwerking met vakbonden en werkgevers in het pensioenakkoord van 2019 het volgende bedacht: van 2021 tot en met 2025 kunnen bedrijven hun personeel gemakkelijker met vroegpensioen sturen. Waar er eerst een forse boeteheffing betaald moest worden over het bedrag dat de werknemer krijgt om de periode tot de AOW-leeftijd te overbruggen, is deze boete - onder voorwaarden - afgeschaft. 

Toentertijd waren er al grote twijfels over het recht op AOW na een bepaald aantal dienstjaren, en deze twijfels komen nu ook in het onderzoek naar voren. Ondanks dat ziet vakbond FNV nog mogelijkheden om een dergelijke regeling op te zetten. Vicevoorzitter Tuur Elzinga wil "snel tot afspraken komen" met het kabinet en de sociale partners over een "permanente regeling" waarmee vooral mensen met een zwaar beroep eerder kunnen stoppen met werken.

Bron: NRC